Het Sukerpinnenriek van Aijen is gevestigd en uitgeroepen op 04 november 1961. Tijd om terug te zien en te kijken wat er van de jonge natie van toen is geworden.
De eerste pioniers
De pioniers van het eerste uur hebben het toch maar aan gedurfd om een zelfstandig carnavalsrijk uit te roepen, helemaal zelfstandig, los van andere overheersers en niet onder de vlag van naburige mogendheden.
Onverschrokken, moedig en zelfbewust werd het koloniale juk afgeworpen. Deze moedige daad heeft destijds de wereldpers niet gehaald omdat de toenmalige journalisten en landelijke verslaggevers niet in de gaten hadden welke historische gebeurtenis toen vlak onder hun slapende ogen plaatsvond. Velen dachten, dat het maar van korte duur zou zijn, een gril van het moment, uiting van een misplaatste vrijheidsdrang. Zeker, er waren enige reden om zo te denken.
Had het nieuwe rijk wel voldoende potentieel om de koninklijke hofhouding van de Prins en de eminente raadsleden op een passend niveau te onderhouden. Wie beheerde de departementen, en waar waren de ordetroepen, de gezagshandhavers en de wettenmakers. En dan praten we nog niet over wapens en munitie, van tanks en gevechtswagens, niets van dat alles, hoe zou een dergelijk rijk nu toch stand kunnen houden in de vaart der volken. Logisch geredeneerd hadden die geroutineerde persmensen wel gelijk, maar toch wat hebben ze zich vergist. Ze hadden zich volkomen verkeken aan de dynamische kracht van dit als rustig bekend staand volkje aan de boorden van de Maas. Hadden de landelijke bladen wat beter opgelet, dan hadden ze toch iets moeten merken van de expansiedrang van de laatste jaren. Had molenaar Thei Simons niet in de jaren vijftig al een boog geplaatst met het opschrift “HIER BEGINT AIJEN”. Een duidelijk teken dat de grenzen werden afgebakend en vastgelegd.
Oorlogsdreiging
Omliggende naties schrokken zich rot en stonden perplex, dat ze het niet waagden om direct tegenmaatregelen te nemen. Ze wilden de ontstane kritieke situatie niet verergeren en durfden het niet tot een treffen te laten komen. In het grensgebied heerste een dreigende situatie, maar de molenaar wist dat heel Aijen achter hem stond. Het was een duidelijke zaak.
De nieuwe regeerders van het Sukerpinnenriek bepaalden resoluut de grenzen en een krachtige regering hield de touwtjes strak in handen. Ze dulden geen inmenging van buitenaf. In het hoofdkwartier van het Veerhuis werd snel en doeltreffend beslist: De prins werd gehuldigd, de vorst werd als premier aangesteld, het ministerie van de Raad van Elf werd geïnstalleerd en het Sukerpinnenriek draaide zoals vroeger de wieken van Thei Simons’ molen.
Manoeuvres
Bijzonder dreigend zag de zaak er uit toen in Aijen grote manoeuvres werden gehouden. Schutterijen uit de wijde omgeving trokken naar het omstreden gebied aan de maas. Er werd een indrukwekkende parade gehouden, met “vliegende vaandel en slaande trom” trokken de legers het rijk van Aijen binnen; bijltjesmannen, tot aan de tanden gewapend, regimenten met koningen, keizers en generaals, oogverblindende koninginnen, gedrilde tamboerkorpsen: in parademars ging het langs de grote invalswegen naar het oefenterrein, waar tot ontzetting van “vriend en vijand” ook nog met scherp werd geschoten. Het knallen was tot laat in de avond in de omtrek te horen. Dit machtsvertoon maakte wel indruk en de landelijke pers besteedde nu duidelijk aandacht aan het gebeuren en ook de toon werd milder en sympathieker. Naburige naties hebben nog even overwogen de Veiligheidsraad bijeen te roepen maar zover is het gelukkig niet gekomen
Vrede
Dat bleek ook helemaal niet nodig te zijn. De inwoners van Aijen staan van oudsher bekend als een vredelievend volkje. Toen er kort daarna dan ook onderhandelingen werden geopend werd besloten tot wederzijdse culturele uitwisselingen. Dit bedaarde de gemoederen. Bij de Prinsenhuldiging werd een muzikale bijdrage geleverd door de Hofkapel van een naburig Rijk en wederzijdse bezoeken brachten al gauw een sfeer en samenwerking. Er werden waarnemers gestuurd en bij de optochten werd “materieel en geschut” van beide zijden ingeschakeld. Na al deze gebeurtenissen en schermutselingen werd het Sukerpinnenriek door de Verenigde carnavalsnaties van Limburg als een volwaardig lid erkend en men kan nu wel zeggen, dat al het krijgsrumoer is verstomd.
Sinds de “vrede van de Kromme Diek” is er meer over de grenzen gepraat en bij Thei de molenaar begint het Rijk van de Sukerpinnen, als iemand misschien nog mocht twijfelen.
Sinds al die gedenkwaardige gebeurtenissen is er veel veranderd. Vragen en twijfels zijn verdwenen. De Sukerpinnen hebben zelf het antwoord gegeven nu al 44 jaren lang. Ze hebben alle naties laten zien, dat ze over voldoende potentieel beschikken, over doorzettingsvermogen en energie, en over een vitaliteit, die de toekomst met vertrouwen tegemoet doen zien. Dit jubileumfeest is voor dat alles een bewijs.
De jubilerende Sukerpinnen laten zien wat er met inzet, ijver en samenwerking tot stand kan worden gebracht, veel meer dan sommigen voor mogelijk hadden gehouden. Het Sukerpinnenriek is gevestigd op de vruchtbare Aijense grond. En de Sukerpinnen zijn net zo levenskrachtig als de meeste suikerbieten, die hier langs de Maas al jaren groeien en een kwaliteit hebben, die velen verwondert doet staan. Het suikergehalte is veel hoger dan normaal. Ze worden hoog gewaardeerd de Aijense suikerbieten, precies zoals de “Aijense Sukerpinnen”die nu al 44 jaren lang hebben laten zien, dat de kwaliteit nog veel beter is dan men had gedacht. Voor de feestende Sukerpinnen van Aijen een reden om de exploitatie voort te zetten. Ook een reden voor de “pers” om de Aijense Sukerpinnen te feliciteren met het behaalde resultaat.
Bij de viering van het 44-jarig bestaan van het Aijense carnaval, is het een goede gedachte, om even stil te staan bij deze mijlpaal. 4 x 11 jaar carnaval in Aijen: een leus en een zin, die onze kleine gemeenschap aan de Maas vele maanden intensief heeft bezig gehouden. Het is daarom zeer verheugend, dat de Aijense gemeenschap met “DE SUKERPINNEN” meewerkt om dit jubileum te helpen slagen.
4 x 11 of 10 x 11 ??????
In feite bestaat het Aijense carnaval veel langer dan 44 jaar, zeer waarschijnlijk meer dan 10 x 11 jaar. En al heeft het Aijense carnaval dan ook meerdere tientallen jaren een sluimerend bestaan gehad, toch is het goed om de oude geschiedenis thans in herinnering te brengen.
1890 – 1961
Geboren op 12 maart 1868 te Broekhuizen, verhuisde Jean Roeffen in 1880 met zijn ouders en familie naar Elsteren onder Well. Speciaal door toedoen van Pastoor van Soest uit Well, die in Jean grote verwachtingen had, verhuisde de familie Roeffen in 1888 naar de Sintelenberg in Aijen, de boerderij van 14 ha die eigendom van de kerk in Well geworden was. Na de familie Roeffen en Tissen-Roeffen, werd de boerderij in 1933 gepacht door de familie Vousten en werd in 1957 eigendom. Zoon Hay Vousten werd in 1966 de 6de prins van “de Sukerpinnen”.
Jean Roeffen was een voortvarend iemand en trok op jeugdige leeftijd naar de Duitse boeren, hij werd bedrijfsleider op een 450 ha groot aspergebedrijf, introduceerde de aspergeteelt in Noord-Limburg en werd de grondlegger van het boeren-organisatieleven in Noord-Limburg. Daarnaast was hij oprichter van het boerenkredietwezen: de boerenleenbanken.
In 1891 keert Jean terug naar de Sintelenberg waar hij zeer actief was onder de Aijense jeugd, hij organiseerde “carnavalsfeesten” in Aijen. Deels in samenwerking met de werknemers uit de timmerwerkplaats van Wethouder Korting. Tijdens de vastenavonddagen had o.a. in Bergen het veertig-uurgebed plaats. Om niet in conflict met de kerkelijke viering te komen, werd vroeg in de middag een “carnavalsoptocht” gehouden. In deze optocht droeg Jean Roeffen een margarinekistje mee, waarin een kater zat die een marmotje diende voor te stellen. Op deze, en andere wijzen werd geld opgehaald om carnaval te vieren en soms bedroeg de opbrengst hiervan wel 9 mark!!! Ook werd metworst opgehaald, die nadien goed smaakte bij het bier……
Al tijdens de periode “Jean Roeffen” en diens oudere plaatsgenoot “Jan den Duvel” was er in Aijen zaal “Sebastopol”; eerst bewoond door de familie Siebers, later door Jean Ponjee en vervolgens door Hannes Tissen uit Heijen. De oude zaal waar veel triomfen gevierd werden, verkeerde in zeer slechte staat en toen de oorlogswinter 1944-1945 voorbij was, kon men zich nergens meer droog houden ……. Wel heeft het Aijense Gilde in 1945 daar nog een zogenaamde Beierse kermis gehouden en kort daarna viel definitief het doek voor zaal “Sebastopol”……
Achter het nieuwe “Veerhuis” bouwde Frans van Aerssen een zaal, die in augustus 1961 geopend werd door loco-burgemeester P.J. Weys. Het is begrijpelijk dat voor en tijdens de bouw van zaal “Het Veerhuis” gedacht werd aan het vieren van carnaval.
Was tot op het einde van de vijftiger jaren het carnaval alleen voorbehouden voor de grote steden in het Zuiden, het carnaval begon zich gestaag te verspreiden over de dorpen. In het kerkdorp Bergen was in 1961/1962 nog geen carnavalsvereniging De viering in Bergen was ‘in handen’ van fanfare “Les Montagnards”, hiertoe aangewezen door een kontact-commissie uit de voornaamste culturele verenigingen uit Bergen. Doch Aijen wilde een eigen carnavalsvereniging hebben; om de zaal rendabel te maken, werd dit initiatief door de zaalhouder gestimuleerd.
Op woensdag 1 november 1961 werd in Ayen de eerste steen gelegd voor de oprichting van carnavalsvereniging “de Sukerpinnen”. Aijen was het laatste dorp in de gemeente Bergen waar een carnavalsvereniging werd opgericht. Dit gebeurde door Huub Tissen , Teng van de Lisdonk & Frans van Aerssen. Op donderdag 2 november 1961 werd een en ander uitgewerkt in een vergadering in café “t Anker” (Piet Wolters) door de heren Grad Cox, Lei van Douveren, Wim Janssen, Toon van Elsbergen en Math Hesen. In het “Aijens Gedenkboek” wordt de verdere geschiedenis als volgt vertaald:
Op 2 november in het jaar 1961 des heren. Waren er in Ayen een paar heren die vonden, dat menigeen iets miste. En wel een carnavalsvereniging. Ze staken de koppen bij elkaar en met heel veel zin. Ontstond “de Ayense Sukerpin”.
Op 4 november 1961 vond in café zaal “t Veerhuis” (Frans van Aerssen) de definitieve oprichting plaats van carnavalsvereniging “de Sukerpinnen”. Volgens de eerste Statuten van “de Sukerpinnen” was het doel van het gezelschap: “BEVORDERING VAN DE CARNAVALSVIERING IN AIJEN”.
Op 4 maart 1962 werd met daverend succes de eerste prins gepresenteerd. Door de jaren heen werd er door de carnavalsvereniging flink aan de weg getimmerd. Op zondag 19 februari 1967 bijvoorbeeld werd, mede door toedoen van Jaap Martens en Hay Linders het jeugdcarnaval opgericht en zo ontstond de jeugdcarnavalsvereniging “de Bietjes”. 13 jaar later, op dinsdag 19 februari 1980 werd mede door toedoen van Theo (Pim) Wolters, Hay Linders, Jaap Martens en Dick Baksteen in samenwerking met het Gilde St. Antonius Abt / St. Agatha in Aijen de eerste boerenbruiloft georganiseerd. Door de geheel vrijwillige inzet van heel veel mensen is carnavalsvereniging”de Sukerpinnen” na 44 jaar een nog steeds groeiende vereniging. En niet meer uit Aijen weg te denken.